|
Op de derde kaart (links), de plattegrond van Rotterdam en omstreken door L.F. Temminck vervaardigd in 1839, zien we de polder Rubroek zich duidelijk aftekenen ten noorden van de stadsdriehoek, omgeven door het water van de Rotte, de Boezem (inclusief hoge en lage boezem met windmolens op een kade ertussen) en de Goudse Singel.
De Boezem werd in de 18e eeuw aangelegd omdat de Binnenrotte (de Rotte binnen de stad, nu marktplein) het Rotte-water niet voldoende kon verwerken richting rivier.
Deze extra watergang loosde het polderwater via het Oostplein op de Maas.
En dat gebeurt nog steeds, maar nu met behulp van een modern gemaal achter de Slaak.
Aansluitend op de Hoge Boezem werd midden 19e eeuw een Reserveboezem gemaakt, net boven het middeleeuwse Oude Dijk -tracé aan de zuidwestzijde. En dat dijkje heet nu Rusthoflaan,
de centrale as van Nieuw Crooswijk en de Algemene Begraafplaats
De Reserveboezem was in die tijd noodzakelijk als spaarbekken bij veel regenval en het leegmalen en droog houden van de Alexanderpolder. Later kon een modern gemaal (in plaats van 8 windmolens) die
dubbele taak wel aan en kwam de Reserveboezem vrij voor woningbouw tijdens het Interbellum én voor uitbreiding van de Algemene Begraafplaats die daardoor meer dan tweemaal zo groot werd. |