Alternatief Masterplan FBNC

5. Stedenbouwkundige aanpassingen

5.1. Ontginningsgeschiedenis, waterhuishouding en verstedelijking

Nieuw Crooswijk zal gesloopt worden vindt het gemeentebestuur tot dusver. De bewoners, winkeliers en ambachtslieden zijn het daar niet mee eens. De sociale samenhang gaat teloor, de identiteit, de geschiedenis, de morfologie van de landschappelijke ondergrond en de gebouwde omgeving verdwijnen. Nu nog is goed zichtbaar dat de vier buurten een eigen gezicht hebben. Dat heeft te maken met hun vorm en begrenzing, een architectuur behorend bij de bouwperiode čn de wijze waarop er twintig jaar geleden met de stadsvernieuwing is omgegaan.

De ligging en samenhang van de buurten in Nieuw Crooswijk is zo sterk beďnvloed door de ontginningsgeschiedenis en de historie van de waterhuishouding in Schieland dat het de moeite waard is er iets van te laten zien aan de hand van 4 kaarten.

De eerste kaart (hieronder) is één van de bladen van een atlas gemaakt door Floris Balthasars in de jaren 1611 - 1615, in opdracht van de waterschappen Rijnland, Delfland en Schieland. De nadruk valt op de waterhuishouding, de waterlopen, dijken en kaden in hun dubbelfuncties van waterafvoer en vaarwater, waterkering en rijwegvoetpad. De "straatnamen" komen allemaal erg bekend voor, zij het dat sommige veranderd zijn zoals Hoffdijck naar Zwaanshals (naar de kronkel bij onze Crooswijksebocht), Oost Blommerdijckseweg naar Bergweg; den Ouwen Dijck liep door naar de Cleywech, als oerdijk ter bescherming van het noordelijk gelegen achterland.

Kaart 1 - Eén van de bladen van een atlas gemaakt door Floris Balthasars in de jaren 1611 - 1615

Kaart 1

De stedenbouwkundige Frits Palmboom - ontwerper onder andere van Prinsenland (Rotterdam) en IJburg (Amsterdam) - heeft in 1987 een prachtige studie laten uitgeven met de titel "Rotterdam, verstedelijkt landschap". Daarin wordt de bedijking- en verkavelingsgeschiedenis van stad en omgeving uitvoerig toegelicht. De door hem getekende kaart met bijschrift (hieronder) wordt hierbij gekopieerd en spreekt voor zich. Het "grijze" laaggelegen land boven Nieuw Crooswijk is nu de Alexanderpolder; na het turf baggeren een groot plassengebied, eind 18e eeuw droog gemalen en voorzien van een nieuwe slotenverkaveling.

Kaart 2 - Uit: Rotterdam, verstedelijkt landschap (1987)

Kaart 2

De verkaveling van het achterland op basis van de topografische kaart uit 1850.

Op Noord draaien de waaiers met de rivieren mee en schuiven langs de stadsdriehoek.
Achter de oude kades is het land uitgegraven, drooggelegd en turf opnieuw verkaveld.

Op Zuid zijn sommige dijken rond de ringpolders weer afgegraven (de onderbroken lijnen).

In het buitendijkse gebied zijn nieuwe indijkingen aangegeven. De Dordsestraatweg is door een ringpolder rechtgetrokken.

De Kralingse Plas bleef gespaard, het omringende land opgespoten met bagger uit de Waal haven voor de aanleg van het Kralingse Bos in de jaren dertig van de 20e eeuw.

Kaart 3 - Plattegrond van Rotterdam en omstreken in 1839, vervaardigd door L.F. Temminck

Kaart 3

Op de derde kaart (links), de plattegrond van Rotterdam en omstreken door L.F. Temminck vervaardigd in 1839, zien we de polder Rubroek zich duidelijk aftekenen ten noorden van de stadsdriehoek, omgeven door het water van de Rotte, de Boezem (inclusief hoge en lage boezem met windmolens op een kade ertussen) en de Goudse Singel.

De Boezem werd in de 18e eeuw aangelegd omdat de Binnenrotte (de Rotte binnen de stad, nu marktplein) het Rotte-water niet voldoende kon verwerken richting rivier.

Deze extra watergang loosde het polderwater via het Oostplein op de Maas.
En dat gebeurt nog steeds, maar nu met behulp van een modern gemaal achter de Slaak.

Aansluitend op de Hoge Boezem werd midden 19e eeuw een Reserveboezem gemaakt, net boven het middeleeuwse Oude Dijk -tracé aan de zuidwestzijde. En dat dijkje heet nu Rusthoflaan, de centrale as van Nieuw Crooswijk en de Algemene Begraafplaats

De Reserveboezem was in die tijd noodzakelijk als spaarbekken bij veel regenval en het leegmalen en droog houden van de Alexanderpolder. Later kon een modern gemaal (in plaats van 8 windmolens) die dubbele taak wel aan en kwam de Reserveboezem vrij voor woningbouw tijdens het Interbellum én voor uitbreiding van de Algemene Begraafplaats die daardoor meer dan tweemaal zo groot werd.

J.C.J. van Ravesteyn - Rotterdam in de 19e eeuw, de ontwikkeling der stad.

De vierde kaart (hieronder), een stukje van de "plattegrond der gemeente Rotterdam, vervaardigd op het Bureau der Gemeentewerken", gedateerd 1900, laat ook zien dat Nieuw Crooswijk klaar ligt om bebouwd te worden. De "Laan van Wandeloord" krijgt z’n eerste bebouwing aan de Westzijde; later wordt dat laantje recht getrokken en verbreed (met een knikje op het Paradijsplein) en krijgt de straatnaam Paradijslaan, als tweede "as" en hoofdstraat. Daarmee hebben de beide assen ook de 4 buurten gedefinieerd als kwadranten rond het Paradijsplein. Later zal blijken dat deze 4 buurten verrassende verschillen vertonen.

Kaart 4 - Plattegrond der gemeente Rotterdam, vervaardigd op het Bureau der Gemeentewerken", (1900)

Kaart 4
Naar inhoud
 
Naar boven

5.2. De 4 buurten

De bouwgeschiedenis, verschillen, de dichtheid, het groen en de gewenste stedenbouwkundige aanpassingen.
De 4 buurten worden achtereenvolgens beschreven met hun karakteristieken te beginnen met het Schutterskwartier en dan met de klok mee tot aan de Trapezia. Daarmee wordt de bouwvolgorde ook recht gedaan. De Tamboerbuurt als wig tussen de Nieuw Crooswijkseweg en de Nieuwe Boezemstraat doet vooralsnog niet mee. Hoewel, het ontwerp- bestemmingsplan trakteert ons nog op een pijnlijke verrassing, daarover later meer!

Naar inhoud
 
Naar boven

5.2.1. Het Schutterskwartier

Is gerealiseerd rond 1910 in drie gesloten bouwblokken, de polderverkaveling volgend. De architectuur is zeer divers, met invloeden van Art Nouveau, kleinschalig, mede door particulier opdrachtgeverschap en eigen bouwers. In de Schutterstraat zijn al heel vroeg "gemeentewoningen" gebouwd, later gerenoveerd met bescheiden "dakdozen". Het buurtje heeft een vriendelijke uitstraling, beperkte winkelvoorzieningen, met name aan de Linker Rottekade en de straten geven rechtstreeks toegang tot het Schuttersveld. Dit "gebruikspark" heeft aan de westkant allerlei sportvoorzieningen en aan de oostzijde bomen, groen, speelvoorzieningen voor kleine kinderen. De onlangs heringerichte groenstrook tegenover de Exercitiestraat ziet er prachtig en uitnodigend uit voor een wandelingetje rond de watergang. De Linker Rottekade is de hoofdontsluiting van de wijk naar de stad en het Oude Noorden, de Rotte "op z'n smalst".

Aanpassingen zijn nauwelijks of niet nodig. Eigenaar-bewoners doen hun uiterste best hun woningen van binnen en van buiten goed te onderhouden, en te voorzien van comfortverbeteringen en gevelisolatie. De sloopnominatie beďnvloedt helaas het onderhoudsgedrag van de grootste huisbaas het WBR en de verkoopbereidheid van sommige eigenaar-bewoners aan datzelfde WBR. Om elders iets te kopen moeten ze hun geld uit het eigen bezit halen en kunnen niet 8 jaar wachten tot de buurt volgens de officiële planning aan de beurt is. Een onzekerheids- en verpauperingsdrama kondigt zich aan.

Schutterskwartier

Hier en daar zijn funderingsproblemen aan de orde. De bewoners willen geen partiële sloop op korte termijn van "kleine gaten" omdat de verpaupering dan al te manifest wordt en ze ook bang zijn voor waardevermindering van hun eigendom. De open gaten in de straatwanden kunnen niet gevuld worden omdat in het Masterplan de drie noord-zuid blokken vervangen worden door twee oost-west bouwblokken. En daarom moet alles gesloopt worden, voordat herbouw kan beginnen.

Ons voorstel is dan ook: behoudt de verkavelingsrichting van de bouwblokken en bouw na noodzakelijke sloop zo snel mogelijk terug, liefst eengezins- stadswoningen. Groot onderhoud en/of renovatie is de andere optie, waarbij zoveel mogelijk huurders eigenaar-bewoner worden. Een zorgvuldig ontworpen herstrating na afloop van deze bouwactiviteiten is de kroon op het werk.

Naar inhoud
 
Naar boven

5.2.2. De Paradijshof inclusief de Crooswijksebocht

Deze buurt heeft een rechthoekige lange driehoeksvorm tussen Rusthoflaan en Crooswijksebocht, bestaande uit vier bouwblokken. Het kleinste, bijna gelijkzijdig driehoekige binnenblok is qua architectuur het meest opvallend. In hoofdstuk 4 is dit pareltje van de wijk uitvoerig beschreven; met het pleidooi om dit complex, ontworpen door architect Jos Klijnen en "Reserve Boezem III" genoemd, te restaureren. Zoals ook in Bloemhof (Rotterdam-Zuid) gebeurd is met Kiefhoek en de Patrimoniumhof. Een bijbehorende "museumwoning" in dit complex zou passen in onze methode van "gentrification".

Rusthoflaan-noord beschouwen we als behorende bij de Paradijshof; beide zijden van de laan hebben een spiegel beeldige straatwand gekregen met een bij de wijk passende baksteen architectuur, erg mooi in zijn eenvoud. Dat het eerder gebouwde blokje bij de 1e Van Zoelenstraat met de tuinkamerbalkons ook moet wijken begrijpen we niet. De renovatie aan de Rusthofstraat -oostzijde is voorbeeldig uitgevoerd met "stabiliserend funderingsherstel". De hoog-niveaurenovatie aan de Kerkhofstraat -zuidzijde is minder geslaagd met z'n opzichtige dakdozen. Bouwkundig is er niets mis mee, maar bij de volgende ronde zal hier iets mee moeten.

Het stevige haakvormige blok langs de Crooswijksebocht en Kerkhoflaan is voor 80% op hoog-niveau gerenoveerd. De architectuur langs de Kerkhoflaan heeft met z'n geaccentueerde trappenhuisportiek ontsluitingen een bescheiden allure. Langs de Crooswijksebocht is dat minder. Maar de huurders wonen daar uitstekend, met zicht op de beide Rotte-bochten. De sloopambitie van het Woningbedrijf moet haast wel een niet voor de hand liggende reden hebben, zoals het terugbouwen van een nieuw wijkcentrum en een oneerbiedig massaal en hoge woonblok op de rand van de algemene begraafplaats. We zijn daar niet gelukkig mee.

Al met al zijn geen fundamentele stedenbouwkundige aanpassingen nodig. Integendeel, "behoud en herstel" is voor deze buurt het motto. Met de nadruk op de restauratie van het Jos Klijnen blok en de sloop van een paar, dat over circa 20 jaar binnen de rooilijn vervangen kunnen worden. Wel kan de Crooswijksebocht langs de Rotte meer kwaliteit krijgen door het opruimen van de gammele bootjes en een groene inrichting langs de kade. Verder zou een deel van de bebouwing vervangen kunnen worden door een wat hoger complex met etagewoningen in de duurdere sector en een overdekte wijkparkeergarage daarachter. Hierbij moet ook ruimte komen voor beschut spelen en groenaanleg als overgang naar de begraafplaats.

Naar inhoud
 
Naar boven

5.2.3. De Wandeloordbuurt

Toen eind 19e eeuw de Reserveboezem de waterbergingsfunctie verloor, het water was weggepompt en een zandlaag was aangebracht, konden ontwerpen gemaakt worden voor de uitbreiding van begraafplaats en woonwijk. Van de oude polderstructuur en eigendomsverhoudingen hadden de ontwerpers geen last meer.

De eerste wereldoorlog was voorbij, de economie verbeterde, de woningwetfinanciering kwam op gang, stedenbouwers en architecten waren op de hoogte van buitenlandse en Amsterdamse ervaringen. Er was een directeur Burgdorffer van Gemeentewerken (stedenbouw hoorde nog bij die dienst) die welwillend de eerste pogingen voor volkswoningbouw ondersteunde, een sociaal democratische bestuurder Heykoop die bouwplannen door de nog conservatieve raad wist te sturen en voldoende privaat initiatief bij grote en vooruitstrevende ondernemers die een begin maakten met sociale woningbouw, daar waar na de tweede oorlog grote woningcorporaties die taak overnamen.

Paradijshof incl. Crooswijksebocht

Maar de budgetten waren krap, de huren mochten niet te hoog zijn, de grond was duurder dan vóór de eerste wereldoorlog. Dat betekende bescheiden woningplattegronden, een hoge woningdichtheid met ondiepe achtertuinen.

De stadsvernieuwing ('73-'93) kwam moeizaam op gang in Nieuw Crooswijk. Oud Crooswijk ging voor. Nieuw Crooswijk wilde geen sloopnieuwbouw, en het hoog-niveaurenovatie (de "echte" met een budget van fl l120.000,-) was aanvankelijk niet populair. Veel bewoners wilden hun huis niet uit (minstens een jaar naar een wisselwoning), de woningen waren te goed voor zo'n zware ingreep vond men en hadden in veel gevallen al een trappenhuisportiek ontsluiting voor de 2 bovenste lagen. Grote woningen (4 ŕ 6 kamers) werden met enige achterdocht vermeden; men was bang dat de grootste woningen alsnog aan gastarbeiderfamilies werden aangeboden.

Van de 800 woningen in de Wandeloordbuurt zijn 570 op hoog-niveau gerenoveerd; daarnaast zijn 100 nieuwbouw woningen gerealiseerd en 130 kleine-beurten-plus. Omdat Rusthoflaan-noord gezien wordt als een "spiegelbeeldensemble" hebben we de westgrens van Wandeloord gelokaliseerd achter de nieuwbouwwoningen. De buurt heeft dan een oppervlakte van 7,2 ha.; ná samenvoegingen en nieuwbouw bedraagt de woningdichtheid 800 wo.:7,2 ha = 110 wo/ha. Vrij hoog dus!

De woningkwaliteit wordt als volgt omschreven (zie Hoofdstuk 3)

339

woningen zijn op "midden beurt" niveau gerenoveerd,
niet erg degelijk uitgevoerd, veel achterstallig onderhoud

231

woningen zijn op een hoog kwaliteitsniveau gerenoveerd;
63 op B-niveau, 168 op C-niveau

130

woningen kregen een "kleine beurt plus"

700

woningen zijn dus gerenoveerd

+ 100

woningen als nieuwbouw op een slooplocatie"

Naar inhoud
 
Naar boven

5.2.3.1. Een denkbare aanpak

Opvallend is dat in deze buurt veel middenniveau renovaties zijn uitgevoerd, waarbij het WBR de architectenrol en de uitvoeringsupervisie op zich nam bij de complexen 1, 2, 3, 4 en 5 (zie de S.V. kaart), en waar in de jaren daarna te weinig aan beheersmatig onderhoud werd gedaan; vandaar de huidige sloopambities. De ontwerpers van het Masterplan hebben een hekel aan de Wandeloord straatjes: "ze lopen dood, er staan auto's in, ze zijn te smal waardoor eenrichtingsverkeer, te weinig groen, de huizen slecht". Geen enkele nuance of bewondering voor de ambachtelijke "beaux arts" geďnspireerde baksteenarchitectuur. Na welk pleidooi dan ook, de Wandeloordbuurt valt over de rand van de hedendaagse appreciatie heen. Als het dan moet, dan moet sloopnieuwbouw op een voorzichtige en zorgvuldige manier gebeuren.

Begin jaren '90 kreeg het Amsterdamse architectenbureau L. Lafour en R. Wijk van het WBR een studieopdracht voor het "entkernen" van de buurt; het werd in de wijk gepresenteerd, en ook op de "leefbaarheidsmarkt" aan de collega's van de Rotterdamse corporatiewereld. Daarna werd met dit plan niets meer gedaan; de tijd was niet rijp voor deze genuanceerde aanpak zo kort na de renovatiebeurten. Oud-directeur van het WBR Peter Künzli attendeerde ons op het studieplan, wij kozen voor het Tuindorp-model als één van de 4 verkavelingen.

Nadat de nieuwe Brede School gebouwd is (op het binnenterrein van het Groot Trapezium) kan de Waaier aan de 1e Reserve Boezemstraat worden afgebroken, samen met blok 2, 5 en een beperkt deel van blok 1. De voordelen van het situeren van nieuwbouw binnen de bestaande bouwblokkenstructuur wordt onmiddellijk zichtbaar: de breedte van bouwblok 2 en de lengte van blok 5 (de rooilijnen lopen parallel) geeft ruimte aan nieuwe laagbouwblokken en een mooi plantsoen, nog breder dan het plantsoen in de 2e Reserve Boezemstraat, met 2 rijen parkeerstroken. De buurt ligt nu open naar de "verdeelstraat" Kerkhoflaan en het vele groen aan de rand van de begraafplaats. Eventueel kan een ondergrondse parkeergarage gerealiseerd worden onder het plantsoen en de waaiervormige hoogbouw (8 hoog?) aan de Kerkhoflaan. Intussen kan grondig uitgezocht worden of en wanneer dan wel de complexen 3, 4 en 12 dezelfde operatie moeten ondergaan of dat deze blokdelen voor een tweede renovatie in aanmerking komen. Het sympathieke is ook dat de vogelvluchttekening de blokken aan de rand grotendeels ongemoeid laat. Dat kan ook later. Een bescheiden stapeling (benedenbovenwoningen) of smalle hoge eengezinswoningen kan onderwerp van studie zijn. De dichtheid zal afnemen in Wandeloord, maar dat was nu juist de bedoeling.

Wandeloordbuurt
Naar inhoud
 
Naar boven

5.2.4. Groot en Klein Trapezium

De beide Trapezia zijn rond 1930 gebouwd, op de vrijkomende Reserveboezem. Degelijk gebouwde blokken, in de toen gangbare baksteenarchitectuur. Eind jaren '80 - begin jaren '90 zijn de blokken aangepakt met een hoog-niveau renovatiebeurt.
Het straatprofiel en gevelwanden van de Couwaelstraat is drastisch verbeterd, het kleine blok heeft een speeltuin gekregen, het grote blok een keurige winkelpromenade langs de Rusthoflaan, op het binnenterrein drie in gebruik zijnde schoolgebouwen (waarom hier niet de nieuwe Brede School?).
Boven de winkels voor bejaarden geschikte woningen, allen met een lift bereikbaar. Langs Paradijslaan en Nieuwe Crooswijkseweg een aantal winkelvoorzieningen in de plint van de Trapezia.

Kortom: koester deze blokken in plaats van ze te slopen. Gezien de renovatiekwaliteit zijn ze ook geschikt voor verkoop aan de zittende bewoners, als een vorm van upgrading van dit populaire buurtje dichtbij het Kralingse Bos.

Tekening
Naar inhoud
 
Naar boven

5.3. De aanpak op wijkniveau

5.3.1. Het gesloten bouwblok

Hoewel er in de ontwerpfase van de wijk sprake is van een evolutie in het omgaan met het "gesloten bouwblok" zijn de ontwerpers trouw gebleven aan het verkavelingsysteem van straat - voordeur - woning - achterdeur - eigen tuin. De zes grotere bouwblokken geven ruimte aan voorzieningen: scholen, een kinderopvang, een winkel, semi-openbaar groen, een kinderspeelplaats. Van op grote schaal volbouwen van het blok aan de tuinzijde is nergens sprake, overlast gevende bedrijvigheid binnen het bouwblok komt niet voor.

De straat kenmerkt zich als openbaar, de binnentuin als privé, en bij de genoemde grotere blokken als een veilig milieu voor kinderen (onderwijs, speelplaats, kinderopvang). Het grote blok aan de Linker Rottekade is de enige uitzondering met zijn naar binnen gebouwde winkels. Overlast geven ze niet, ze zijn een nuttige voorziening langs een invalsweg.

De straten en lanen kunnen het verkeer en de parkeerdruk aan. Van doorgaande wegen in de wijk is geen sprake. Drie ondergrondse parkeergarages zullen een groeiend wagenpark kunnen opvangen. De eerste twee in het Wandeloordgebied en onder de school in het Groot Trapezium. Later bij de Kerkhoflaan de derde. Er is geen behoefte aan halfbakken oplossingen zoals parkeren op het binnenterrein; dat verstoort de kwaliteit van de privé-zijde van het bouwblok.

Naar inhoud
 
Naar boven

5.3.2. Openbaar groen

Ravensteyn beschrijft de kritische geluiden tijdens een raadsdebat begin vorige eeuw over het dóórgaan met volkswoningbouw in Nieuw Crooswijk, zó dicht bij twee begraafplaatsen. Zelfs volksgezondheid wordt erbij gesleept. Uiteindelijk ging de bouw gewoon door en heden ten dage heeft niemand het meer over dit aspect; integendeel, men is blij met de prachtige aanleg van deze twee "parken". Omdat er sprake is van een "piëteitszone" tussen woningbouw en begraafplaatsen zijn daar 2 brede groenstroken ontstaan met prachtige volwassen bomen. Het Masterplan wil bouwen aan de noordzijde van de Rooms Katholiekebegraafplaats. De bebouwing tussen Kerkhoflaan en Algemene Begraafplaats wordt naar achteren gezet en eindigt met een megatoren van 18 lagen op de piëteitszone. Beide bouwplannen raden wij dringend af.

Dwarsprofiel tuindorpverkaveling

De Wandeloordbuurt verdient extra openbaar groen, gekoppeld aan een dichtheidsverlaging. Boven het Klein Trapezium moet om milieuredenen niet gebouwd worden; het groen blijft. De vier brede lanen leveren extra ruimte voor groen en spelen. De Rotte biedt ook een belangrijke groene en open ruimte voor de wijk. Alleen aan de oever bij de Crooswijksebocht moet een upgrading plaatsvinden.

Verder valt er weinig aan te merken op de boomvegetatie in de straten. Sportpark, Kralingse Plas en Kralingse Bos zijn op loop- en fietsafstand. De meer utilitaire sportvoorzieningen zitten voor Nieuw Crooswijk aan de goede kant. Zo is indertijd beslist door de ontwerpers van deze bovenwijkse voorzieningen.

Naar inhoud
 
Naar boven

5.3.3. Verkeer

Tijdens de stadsvernieuwingsperiode hebben de bewoners van Crooswijk stevig geknokt om "sluipverkeer" tussen binnenstad en oostelijke nieuwe wijken zoveel mogelijk te weren. Veel doorgaand verkeer passeert de wijk over de (Nieuwe) Boezemstraat, de Oude Dijk en de Maasboulevard; alles oost-west. Een heldendaad, die om continuďteit vraagt. Noord-zuid hebben we dan de Boezemlaan, als verlengde van Gordelweg en Boezembocht richting de Bosdreef en dat is meer dan genoeg.

We hebben sterk de indruk dat naast het "sloopexcuus" de verbrede Kerkhoflaan met een volledige T-aansluiting op de Boezemlaan uitkomt. Daar heeft de wijk geen behoefte aan.
Het Paradijsplein is géén locatie voor een Brede School. Te veel kinderen moeten daar oversteken, van een schoolplein is nauwelijks sprake, van een veilig kindermilieu ook al niet.

Naar inhoud
 
Naar boven

5.3.4. Water, milieu, geluid, stof

Aan water geen gebrek in en rond Nieuw Crooswijk. Toch worden hier en daar watergangen verbreed rond de begraafplaatsen ten koste van openbaar groen. Om aan één of andere norm te voldoen zou het denkbaar zijn dat er water kwam aan drie zijden van de Rooms Katholieke begraafplaats. Tevens kunnen dan de funderingsproblemen van muren rond dit kerkhof aangepakt worden.

Ten aanzien van milieu hebben wij binnen ons deskundigenteam te weinig inhoudelijke deskundigheid. Wel valt ons op dat menige normatieve benadering van een milieuprobleem net op de grens van het bebouwde gebied ophoudt relevant te zijn. De luchtkwaliteit van het "groentje plus bushalte" ten noordoosten van het Klein Trapezium vlakbij een erg druk kruispunt (uitvalsweg Bosdreef) zou net kunnen, dus veilig voor een levensloopbestendig woongebouw, terwijl er geen nader onderzoek is geweest. Het lijkt ons niet correct om met bouwplanontwikkeling, uitplaatsing van bewoners en zelfs sloop te beginnen alvorens dit onderzoek is afgerond en akkoord bevonden door hogere overheden.

Naar inhoud
 
Naar boven

5.3.5. Randen

Het Masterplan lijkt meer lege ruimte te creëren bij eenzelfde woningdichtheid. Op 50 woningen na lukt dat ook. Maar de woningen in dat plan zijn wel groter dan in de huidige situatie. Dat minder bebouwd oppervlak wordt gezocht in veel grotere bouwhoogtes en het toch bouwen op openbaar groen. Het meest nadrukkelijk zien we dat laatste op de groenstroken langs de Rooms Katholieke begraafplaats. En verder met allerlei torens en torentjes op willekeurige plekken in de grote bouwblokken. De "specials" mogen tot 14 lagen, de "begraafplaats gluurder" aan de Kerkhoflaan tot 18 lagen. Echte eengezinswoningen met tuinen zitten er nauwelijks in dit concept, de veronderstelde rustige privé-binnenterreinen worden omringd door een ratjetoe van bouwvormen op een garageplint. De bestaande wijk heeft bescheiden randen zonder hoogbouw, een vaste bouwhoogte, met als uitzondering een monumentale entree, zo hier en daar. Zouden de tweeverdieners uit Nesselande hier willen wonen?

Naar inhoud
 
Naar boven

5.3.6. Voorzieningen

Winkels, scholen, sociaal-culturele gebouwen. Winkelvoorzieningen zitten op diverse plekken in de wijk. De "winkel op de hoek" is zoals overal elders in de vooroorlogse wijken een zachte dood gestorven. Niet door de "oude stadsvernieuwing" zoals vaak wordt beweerd, maar door grootschalige ontwikkelingen in de supermarktwereld. Die elkaar weer dwars zitten door onbesuisde plannen en bijbehorende overbewinkeling. Gemeente, deelgemeente, bureaus als Droog Trommel en projectontwikkelaars als OCNC introduceren nu een nieuw "centraal" gelegen winkelcentrum aan weerszijden van de Tamboerstraat. Van wel 7000 m2, waaronder twee supermarkten met elk 1500 m2, vergelijkbaar met Eudokia in het Oude Noorden.

Groot en Klein Trapezium

De Aldi aan de Linker Rottekade wordt overreden door een nieuwe straat, de redelijk draaiende winkelstrip aan de Rusthoflaan wordt gesloopt omdat de rooilijn 7 meter naar achteren moet en de tweezijdige winkelstraat Crooswijkseweg sterft een harde dood, ná de realisering van de 7000 m2. Zowel Oud Crooswijk als Nieuw Crooswijk zijn straks hun winkels kwijt en OCNC, grossier in terugkomgaranties, zal zo'n garantie zeker niet geven aan winkeliers op de 3 vermelde locaties. Los daarvan, de sloopfasering sluit nooit aan op de bouw van het nieuwe winkelcentrum.

Met het verschijnen van het ontwerpbestemmingsplan bleek er nog een adder onder het gras van de Rusthoflaan te zitten. De Tamboer- en Vaandrigblokken zijn onderdeel van het bestemmingsplan, waarbij de volgende doorschuifstrategie werd bedacht: Artikel 20 van het ontwerpbestemmingsplan voorziet in een wijzigingsbevoegdheid van het College van B. en W. voor de beide Tamboerblokken. Op de plankaart is dat met een bijna onzichtbaar prikkeldraadlijntje aangegeven. Nogal ondemocratisch gezien de tegenstrijdige belangen voor middenstanders en alle huidige bewoners en gebruikers van deze blokken.

De door ons voorgestelde aanpakmethode: "laat de markt" in de huidige locaties zijn werk doen en schep als Iocale overheid condities ten faveure van een goed functioneren van de winkelvoorzieningen. Bedenk ook dat er buurtwinkeliers zijn die zonder de harde commerciële methodes van het grootwinkelbedrijf echt mensenkwaliteit leveren.

Naar inhoud
 
Naar boven

5.3.7. De twee begraafplaatsen

De "extern deskundigen" die samen en met bewoners dit Plan van Aanpak hebben geschreven, onderkennen dat nergens in Nederland zo'n bijzondere symbiose van het "Leven en de Dood" is ontstaan als in Nieuw Crooswijk. De lezer weet nu dat de voormalige Reserve Boezem twee uitbreidingen mogelijk heeft gemaakt: van de begraafplaats en van de woonwijk. Vaak hebben dezelfde stedenbouwers en landschapontwerpers gewerkt aan de begraafplaats, een nieuwe wijk en het Kralingse Bos. De centrale as van kerkhof en woonwijk de Rusthoflaan, loopt ongestoord door op een middeleeuws dijktracé en passeert daarbij de Rooms Katholieke begraafplaats. De twee rusthoven voorzien ook in specifieke werkgelegenheid. Zo de Crooswijkse mix voor de levenden niet veel meer is dan een marketingkreet dan geldt dat niet voor de populatie van beide begraafplaatsen. Ze zijn er voor allemaal en iedereen.

Het is ongebruikelijk om in een werkstuk als dit reclame te maken voor een boek. Voor "de stad en de dood" van de kunsthistorica Mariëtte Kamphuis en fotograaf Daniël Nicolas, maken we graag een uitzondering.
We hopen dar er nog eens iets dergelijks verschijnt over de woonwijk Nieuw Crooswijk, zonder dat dit naar aanleiding van het tot puin slaan van de wijk gebeurt.

Naar inhoud
 
Naar boven

Federatie Bewonerscomités Nieuw Crooswijk © 2006 PAS (bewerkt voor HTML)