Alternatief Masterplan FBNC

3. Kwaliteit van de woningvoorraad

Inventarisatie van renovatie- en nieuwbouwprojecten in Nieuw Crooswijk tijdens de stadsvernieuwing 1979-1993

3.1. Inleiding

3.1.1. Opzet rapport

De opzet van het onderzoek is een inventarisatie te maken van het hoog-niveaurenovatie- en nieuwbouwprojecten die tussen 1979 en 1993 tijdens de stadsvernieuwing in Nieuw Crooswijk zijn uitgevoerd. Tevens zal de inventarisatie als onderdeel dienen van het alternatieve Plan van Aanpak dat door de Commissie van Wijzen voor de Federatie Bewonerscomités Nieuw Crooswijk (FBNC) is gemaakt.

Naar inhoud
 
Naar boven

3.1.2. Nieuw Crooswijk volgens de OCNC en gemeente Rotterdam

In de media laten de projectontwikkelaars Ontwikkelings Combinatie Nieuw Crooswijk (OCNC) bestaande uit het Woning Bedrijf Rotterdam (WBR), Proper-Stok en ERA Bouwen de gemeente Rotterdam zich publiekelijk uit over de bouwkundige- en woontechnische kwaliteit van de woningen in Nieuw Crooswijk uit zoals de volgende voorbeelden betreft:

Naar inhoud
 
Naar boven

3.1.3. Is deze opinie onderbouwd?

Op welk onderzoek is de opinie van het OCNC en de gemeente Rotterdam gebaseerd? Dat is onbekend. In het Masterplan staat het niet. Door het bureau West 8, de ontwerper van het Masterplan voor het nieuwe Nieuw Crooswijk is alleen een inventarisatie gemaakt van de bomen in Nieuw Crooswijk.
Uit ons onderzoek blijkt dat Nieuw Crooswijk tussen 1979 en 1993 een stadsvernieuwingswijk is geweest. "Renovatie: door samenvoeging weer leefbare woningen" kopte in oktober 1980 het artikel in het bouwblad Bouwwereld over de renovatie van wooncomplex Reserveboezem I, dat in het hart van Wandeloord ligt.
In de stadsvernieuwing zijn een aantal keuzes gemaakt op basis van de bouwkwaliteit van de woningen. De meeste woningen waren het waard om te renoveren. Relatief is er weinig, circa 200 woningen, gesloopt in Nieuw Crooswijk.

Naar inhoud
 
Naar boven

3.2. Wat is stadsvernieuwing?

3.2.1. Ontstaan van de stadsvernieuwing

De gemeentelijke aandacht voor behoud en herstel van de laat 19e en vroeg 20e eeuwse woonwijken is in de jaren zestig van de vorige eeuw gering. Hoofddoel van de gemeente was het vaststellen waar het beste met sloop begonnen kon worden voor het verbeteren van het verkeerssysteem en voor het uitbreiden van de cityfuncties. Zo zou de Rotte gedempt moeten worden voor een invalsweg naar het centrum en dreigen het Oude Westen en Crooswijk gesloopt te worden voor uitbreiding van cityfuncties. Ook de bevolkingssamenstelling van deze oude woongebieden, de vermeende "onaangepastheid" van groepen bewoners, speelde een belangrijke rol in de sloopplannen. De algemene trend was verwaarlozing van de rond het centrum gelegen oudere woonwijken.
De bewoners uit de meest bedreigde wijken organiseren zich, en de bewonersorganisaties veroveren een plaats in het politieke krachtenveld van Rotterdam. Tussen 1972 en 1974 is er een bittere confrontatie tussen bewonersorganisaties en de stuntelige stadsbestuurders. De PvdA zwicht en belooft beterschap en maakt stadsvernieuwing tot beleidsprioriteit no.1. De nieuwe wethouder stadsvernieuwing, Jan van der Ploeg, maakt een nieuwe start en gaat in op een groot aantal eisen van de gezamenlijke bewonersorganisaties.

Naar inhoud
 
Naar boven

3.2.2. Beleid van de stadsvernieuwing

De stadsvernieuwing heeft grote gevolgen voor de ambtelijke diensten van Rotterdam. Voor het eerst in de geschiedenis worden "buitenparlementaire" actiegroepen en "erkende" wijkorganen geaccepteerd als volwaardig onderhandelingspartner. Wethouder Jan van der Ploeg doorbreekt de hiërarchie binnen de diensten door in de projectgroepen ambtenaren te plaatsen met een mandaat van hun dienst.

Het beleid bevatte kort samengevat de volgende uitgangspunten:1

  1. Behoud van de woonfunctie van de aangewezen stadsvernieuwingsgebieden via de werkwijze van geleidelijke en gefaseerde aanpak met oog voor de sociale uitvoerbaarheid van de vernieuwing. Vernieuwing wordt daarbij opgevat als een integraal proces, er wordt ook nadrukkelijk aandacht besteed aan het voorzieningenniveau (winkels, scholen, buurthuizen), de woonomgeving en het terugdringen van overmatig hinderlijke bedrijvigheid.

  2. Vernieuwing/bouwen voor de maatschappelijke behoefte; een goede woning in een goede woonomgeving met speciale aandacht voor de laagst betaalden.

  3. Beheersing van de woningmarkt door socialisering van het woning bezit; het op grote schaal aankopen van particuliere huurwoningen; het voorkomen van speculatie met woningen, het zorgdragen voor goed onderhoud, voor een behoorlijk kwaliteitsniveau, een betaalbare prijs (relaties tussen kwaliteit, prijs en inkomen) en zorgvuldige distributie.

Op basis van deze uitgangspunten startte Rotterdam met het "Bouwen voor de buurt", dat wil zeggen:


1 Stadsverniewing Rotterdam 1974-1984, deel 1, "Beleid", blz. 12

Naar inhoud
 
Naar boven

3.2.3. Renovatieniveau's in de stadsvernieuwing

Tijdens de stadsvernieuwing (1974-1993) in Rotterdam hebben vele tienduizenden woningen een verbetering ondergaan. Renoveren van woningen had een bijkomend voordeel voor de huurders. Doordat de fundering en het casco van de woningen al bestonden waren de investeringskosten lager. Op basis daarvan kon men grotere woningen voor lagere huren bieden dan bij nieuwbouw.
Omdat tijdens de stadsvernieuwing tevens bewonersacties gaande waren voor betaalbaar wonen, zijn in Rotterdam relatief veel woningen gerenoveerd. Bovendien kon men vaak terugkeren in het eigen blok. In de stadsvernieuwing kende met drie niveaus van ingrepen om de woning te verbeteren. Het Gemeentelijk Woningbedrijf Rotterdam, de voorloper van het huidige WBR definieerde in het boek "Een huisbaas wordt bouwheer" de drie niveaus van ingrepen als volgt:
2 Een huisbaas wordt bouwheer, blz. 25
3 Een huisbaas wordt bouwheer, blz. 25
4 Een huisbaas wordt bouwheer, blz. 25

Naar inhoud
 
Naar boven

3.2.4. Waarom het WBR de grootste huisbaas werd

Nieuw Crooswijk is een wijk waar van oorsprong circa 50% als woningwetwoning is gebouwd. De overige woningen werden door particuliere eigenbouwers neergezet. De opzet was dus een gedifferentieerde wijk met arbeiders- en middenstandswoningen, sociale en particuliere verhuurders en eigenaar-bewoners. De woningwet complexen waren geconcentreerd in de Wandeloordbuurt en langs de Kerkhoflaan. De Gemeentelijke Woningstichting (de voorloper van het huidige WBR) bouwde in de jaren twintig slechts 391 woningwetwoningen in Nieuw Crooswijk. De overige ruim 600 woningen werden gebouwd door vijf andere bouwverenigingen. Het WBR is in twee stappen de grootste huiseigenaar geworden in Nieuw Crooswijk. Het bezit van diverse woningbouwverenigingen is in de tweede helft van de vorige eeuw herverkaveld. Toen kwamen alle woningwetwoningen in Nieuw Crooswijk in handen van de Gemeentelijke Woningstichting. Voorts organiseerde de gemeente Rotterdam in 1975 de aankoopactie waarbij met publiek geld particulier bezit werd aangekocht om te verbeteren. Ook deze ruim 800 woningen werden overgedragen aan het WBR. Thans zijn van de circa 2100 woningen in Nieuw Crooswijk 93% eigendom van het WBR, 2% van PWS, 3% van particuliere verhuurders en 2% van eigenaar-bewoners.

Stadsverniewingskaart 1979-1996 Nieuw Crooswijk

Hoogniveau renovaties in Nieuw Crooswijk

Hoog-niveaurenovaties in Nieuw Crooswijk tijdens de stadsvernieuwing (1979-1993)
vhnr= Vernieuwbouw hoog-niveaurenovatie5

Projectnr.
(zie kaart)

Project,
vhnr jaar van uitvoering

Straat

Aantal woningen

Renovatie-architect

Huidige kwaliteit

1

Res. Boezem V (vhnr, 1979)

1e Reserve Boezemstr.

53

GWR

A

2

Res. Boezem I (vhnr, 1980)

1e Reserve Boezemstr.

86

GWR

A

3

Res. Boezem VI (vhnr, 1980)

1e Reserve Boezemstr.

6

GWR

A

3

Res. Boezem VI (vhnr, 1980)

1e Reserve Boezemstr.

48

GWR

A

4

Res. Boezem II (vhnr, 1981)

Wandeloordstr.

51

GWR

A

5

Res. Boezem IV (vhnr, 1981)

1e Reserve Boezemstr.

55

De Jonge

B

6

Res. Boezem III (vhnr, 1982)

Kerkhoflaan

75

GWR

A

2

Res. Boezem I (vhnr, 1983)

1e Reserve Boezemstr.

2

Dienst VH

A

2

Res. Boezem I (vhnr, 1983)

1e Reserve Boezemstr.

9

Dienst VH

A

4

Res. Boezem II (vhnr, 1983)

Wandeloordstr.

4

GWR

A

6

Res. Boezem III (vhnr, 1983)

Kerkhoflaan

1

GWR

A

6

Res. Boezem III (vhnr, 1983)

Kerkhoflaan

14

GWR

A

5

Res. Boezem IV (vhnr, 1983)

Kerkhoflaan

6

De Jonge

B

5

Res. Boezem IV (vhnr, 1983)

Kerkhoflaan

2

De Jonge

B

1

Res. Boezem V (vhnr, 1983)

1e Wandeloorddwarsstr.

1

GWR

A

7

Kerkhof/Rusthofstr. (vhnr, 1983)

Kerkhofstraat

65

Putter

B

1

Res. Boezem V (vhnr, 1984)

1e Wandeloorddwarsstr.

4

GWR

A

8

De Schutter (vhnr, 1984)

Schuttersweg

53

Nüssler

B

9

De Bocht (vhnr, 1985)

Crooswijksebocht

22

P. Weeda

C

10

Paradijs 2 (vhnr, 1988)

Paradijslaan

83

Schippers

C

11

Kerkhoflaan (vhnr, 1989)

Kerkhoflaan

45

de Vries, Lugten en Malsschaert

C

12

Klein Trapezium 1 (vhnr, 1989)

Boezemlaan

74

Schippers

C

12

Klein Trapezium 2 (vhnr, 1990)

Crooswijkseweg

13

Schippers

C

13

Reno lokatie 1, 2 (vhnr, 1990)

Wandeloordstr.

50

de Vries, Lugten en Malsschaert

C

14

Lok 4, 5 (vhnr, 1991)

Paradijslaan/Paradijsstr.

67

de Vries, Lugten en Malsschaert

C

15

Lok 6 (vhnr, 1991)

2e Reserve Boezemstr.

33

de Vries, Lugten en Malsschaert

C

16

Groot Trapezium 1 (vhnr, 1991)

Paradijslaan

61

Akropolis

C

16

Groot Trapezium 2 (vhnr, 1991)

Rusthoflaan

96

Akropolis

C

13

Lok 1, 2 (vhnr, 1991)

Wandeloordstr.

2

de Vries, Lugten en Malsschaert

C

 

 

Totaal

10816

 

 



5 Een huisbaas wordt bouwheer, blz. 25
6 Een huisbaas wordt bouwheer, blz. 25

Nieuwbouw in Nieuw Crooswijk

Nieuwbouw in Nieuw Crooswijk tijdens de stadsvernieuwing (1979-1993)
nbhs= Nieuwbouw huursector7

Projectnr.
(zie kaart)

Project

Straat

Aantal woningen

Architect

20

Kerkhoflaan (nbhs, 1981)

Kerkhoflaan

32

Peek en de Kat

21

Lanen (nbhs, 1988)

Kerkhoflaan/Rusthoflaan

109

Hammel

22

Rusthoflaan oneven (nbhs, 1993)

Rusthoflaan

76

Lugten en Malschaert

23

Rusthoflaan even (nbhs, 1996)

Rusthoflaan

66

Lugten en Malschaert

 

 

Totaal

2838

 



7 Een huisbaas wordt bouwheer, blz. 25
8 Een huisbaas wordt bouwheer, blz. 25

Naar inhoud
 
Naar boven

3.3. Inventarisatie van het WBR bezit

3.3.1. Gegevens inventarisatie

De gegevens van de inventarisatie zijn ontleend aan: In onze gegevens hebben wij de woningen die een instandhoudingingreep of een kleine-beurt-plus hebben ondergaan niet opgenomen. De gegevens over deze renovatieniveaus waren niet compleet.
Door het diffuse woningbezit in het Schutterskwartier van bewonerseigenaren afgewisseld met het WBR was op de meeste plaatsen geen hoog-niveaurenovatie mogelijk. De woningen van het WBR hebben met name in dit gedeelte van Nieuw Crooswijk kleine-beurtplus renovaties ondergaan. Dit vereist nader onderzoek.

Naar inhoud
 
Naar boven

3.4. Kwaliteit van de hoog-niveaurenovaties

3.4.1. Matige hoog-niveaurenovaties (niveau A)

De eerste hoog-niveaurenovaties in Nieuw Crooswijk zijn ontwerpen bouwtechnisch op een matig niveau uitgevoerd. Met name renovaties die door de voorloper van het WBR, het Gemeentelijk Woningbedrijf Rotterdam (GWR), zijn ontworpen en tussen1979 tot en met 1983 zijn uitgevoerd.

Voorbeelden van zaken die daar mis zijn gegaan: Daarnaast laat de eigenaar van de woningen, het WBR, noodzakelijk (groot) onderhoud achterwege.

Voorbeelden zijn: Dit zijn bouwtechnisch problemen die wel oplosbaar zijn. En na 20 à 25 jaar zijn de woningen toe aan groot onderhoud. Het groot onderhoud kan gepaard gaan met het oplossen van de gebreken zoals technische installaties en nieuwe kozijnen die wel passend gemaakt worden. Het is slecht een kwestie van investeren door de verhuurder. Bovenop het wegwerken van het achterstallig onderhoud (die uit de huuropbrengsten betaald moet worden) kan met een gemiddelde investering van circa € 20.000,- per woning de gevolgen van de matige renovaties ondervangen worden.
Naar wat wij hebben kunnen terugvinden gaat het om 354 matig gerenoveerde woningen in Nieuw Crooswijk waarvan 339 in de Wandeloordbuurt.

Naar inhoud
 
Naar boven

3.4.2. Goede hoog-niveaurenovaties (niveau B)

In de loop van de jaren 80 krijgt men in de stadsvernieuwing de renovatie goed onder de knie. Naast het wegwerken van eventueel achterstallig onderhoud (die uit de huuropbrengsten betaald moet worden) zijn er geen ernstige bouwkundige gebreken te vinden in deze hoog-niveaurenovaties. Naar wat wij hebben terug kunnen vinden gaat het om 181 hoog-niveaurenovatie woningen in Nieuw Crooswijk waarvan 63 in de Wandeloordbuurt.

Naar inhoud
 
Naar boven

3.4.3. Uitstekende hoog-niveaurenovaties (niveau C)

Hierbij gaat het om hoog-niveaurenovaties die uitgevoerd zijn in de eind jaren 80 en de begin jaren 90 zijn uitgevoerd en bouwkundige uitstekende staat verkeren. Naar wat wij hebben terug kunnen vinden gaat het om 544 hoog-niveaurenovatie woningen in Nieuw Crooswijk waarvan maar 168 in de Wandeloordbuurt en de rest in de Trapeziumblokken.

Naar inhoud
 
Naar boven

3.5. Kapitaalvernietiging

De stadsvernieuwing ging indertijd gepaard met diverse overheidssubsidies zoals het stadsvernieuwingsfonds en de objectsubsidies voor sociale woningbouw. Er werd hierbij meestal uitgegaan van een afschrijvingstermijn van 50 jaar. Als nu halverwege deze periode overgegaan wordt tot kaalslag betekend dit een kapitaalvernietiging bij de woningbouw maar ook bij de infrastructuur van straten, leidingpakketten en groen.

Hierna wordt een eenvoudige poging gedaan om de kapitaalvernietiging door de voortijdige sloop van renovatie en nieuwbouwcomplexen in te becijferen. Er zijn ongetwijfeld manieren om dit exacter en completer uit te rekenen maar daarvoor hebben we noch de kennis noch de gegevens en als illustratie zijn deze cijfers schokkend genoeg.

Naar inhoud
 
Naar boven

3.5.1. Kapitaalvernietiging bij hoog-niveaurenovatiewoningen

Gemiddeld zijn alle hoog-niveaurenovatieprojecten in Nieuw Crooswijk gemiddeld 19 jaar geleden gerenoveerd. De exploitatietermijn van een hoog-niveaurenovatiewoning ligt rond de 40 jaar. Dat betekent dat de exploitatie zeker nog 21 jaar doorgezet zou moeten worden wil de investering zijn afgeschreven.
Gemiddeld is tussen 1979 en 1991 circa f 100.000,- per hoog-niveaurenovatie woning geïnvesteerd. Dat komt op een bedrag uit van 1079 x f 100.000,- = f 107.900.000,- dus bijna 50 miljoen euro.
Als de sloopplannen worden doorgezet betekend dat de investering maar voor circa 50% doelmatig is geweest. De overige 50% van de investeringen wordt door sloop vernietigd.

Naar inhoud
 
Naar boven

3.5.2. Investeringsvernietiging bij nieuwbouwwoningen

In het Masterplan Nieuw Crooswijk is ook voorzien dat 46 woningen, waaronder 20 specifieke ouderenwoningen, die in 1988 nieuw zijn gebouwd worden gesloopt. Deze woningen zijn voor f 130.000,- per woning gebouwd met een totaalinvestering van f 5.980.000,- dus bijna 3 miljoen euro. De exploitatietermijn van deze woningen is uitgegaan van 50 jaar. Daarvan zijn slechts 17 jaar verstreken. Dit zou betekenen dat 66% van de stadsvernieuwingsinvestering wordt vernietigd door sloop.

Naar inhoud
 
Naar boven

3.6. Constateringen en conclusies

3.6.1. Constateringen

Naar inhoud
 
Naar boven

3.6.2. Conclusies

Constateringen en conclusies
Naar inhoud
 
Naar boven

Bijlage: Kritiek op het Masterplan Nieuw Crooswijk

  1. Beperkte stedenbouwkundige visie
    Het Masterplan is in feite slechts een stedenbouwkundige visie, met name vanuit de landschappelijke discipline, met een specifiek eind beeld en zonder gedegen onderzoek vooraf.
    Wat bijvoorbeeld ontbreekt is:
    • Een cultuurhistorische analyse.
    • Een onderzoek naar de kwaliteit van de woningvoorraad.
    • Een analyse van de bevolkingscijfers, de waardering van de woonsituatie etcetera.
    • Inzicht in de milieusituatie.
    Doordat deze elementen ontbreken, ontstaat vanzelf een eenzijdig toekomstperspectief.
  2. Te hoge sloopcijfers, te weinig sociaal
    Van de 2079 woningen worden er 1830 gesloopt = 88%. Dat is veel meer dan eertijds werd voorgespiegeld in de structuurvisie en wijkt ook sterk af van de percentages 25-50% zoals elders in de herstructurering van wijken in Rotterdam gebruikelijk is. Al de te slopen woningen zijn nu bereikbaar voor lage inkomens, 1079 woningen zijn in de periode 1981-1996 op hoog-niveau gerenoveerd en 283 woningen zijn in de stadsvernieuwingsperiode nieuw gebouwd. Wel constateren we veel achterstallig onderhoud bij een aantal complexen.
    Er worden 1800 nieuwe woningen gebouwd waarvan 450 in de sociale sector. Samen met 300 te handhaven woningen levert deze 1/3 'bereikbare voorraad". Ook dit is een achteruitgang ten opzichte van de beloofde maximaal 50% uit de Structuurvisie. Of deze woningen betaalbaar blijven voor de lagere inkomens is natuurlijk de vraag.

  3. Bevolkingspolitiek
    Van de nu bijna 5000 inwoners is 40% afhankelijk van een uitkering. Meer dan de helft is van allochtone afkomst. Na de verhuizingsgolf en de realisering van het Masterplan zal naar verwachting het aandeel lagere inkomens en het % allochtonen drastisch dalen. Deze ingreep noemen wij een bevolkingspolitiek die kennelijk bestuurlijk gewenst is. Men gaat hierbij voorbij aan de mogelijkheden voor een wooncarrière in de wijk en biedt ook geen duidelijk perspectief voor de zogenaamde kansarmen elders. Het sociaal statuut biedt slechts een terugkeergarantie voor mensen die aangewezen zijn op een sociale huurwoning en reeds voor 1 januari 2001 in de wijk woonden. Verder zal het aanbod in de duurdere koopsector slechts voor een enkele Crooswijker weggelegd zijn.

  4. Rigoureus andere verkaveling
    De nieuwe bouwblokverkaveling trekt zich weinig aan van I het bestaande straten patroon. Doorbraken vinden plaats dwars op de bestaande structuur en rooilijnen worden enkele meters verlegd waardoor onnodig veel gesloopt moet worden en bovendien geen bijsturing in de aanpak meer mogelijk is.
    Parkeren gebeurt deels onder de bebouwing en een dek op het binnenterrein. De rust van het privé/groene vaak ruime binnenterrein versus de openbare verkeersfunctie van de straat wordt vervangen door saaie, overal even brede straten en parkeeroverlast met herrie en stank aan de achterkant. Verder moeten er op een aantal plekken, zoals bij de katholieke begraafplaats, monumentale bomen verdwijnen.

  5. Ontkenning historische kwaliteiten
    Verkaveling en vormgeving hebben geen enkele relatie met de ontginnings- en bouwgeschiedenis van de wijk. De bestaande ambachtelijke architectuur wordt gesloopt en de band met 150 jaar historie wordt doorgeknipt. De bebouwingsvrije stroken langs de begraafplaatsen worden niet gerespecteerd. In plaats van de sobere en fijnzinnige vroeg twintigste-eeuwse volkswoningbouw in de geest van Berlage en Granpré Molière krijgen we te maken met het jongste eclecticisme met wat opgeleukte straatbeelden en forse hoogbouwaccenten die vast niet de grandeur krijgen van de getoonde voorbeelden.

  6. De onveilige sloop- en bouwperiode
    Leefbaarheid tijdens de uitvoering wordt met de mond beleden maar de grootschalige herhuisvesting en sloop maken dat wel erg lastig. Omdat er gekozen is voor een rigoureus andere verkaveling betekend een procederende huurder of eigenaar stagnatie in de sloop. Dit gaat gepaard met vandalisme en verpaupering. De wijk staat zeker meer dan 10 jaar op zijn kop. Door tekort aan vervangende huisvesting, tegenvallers bij de planvorming en stagnerende verkopen verwachten wij dat het totale bouwproces erg lang gaat duren en er zeker onveilige situaties ontstaan. Bestaande voorzieningen zoals winkels, bedrijven, buurt- en clubhuiswerk komen, staan onder druk of verdwijnen. De sociale structuur, het dorpsgevoel van Nieuw Crooswijk brokkelt af.

  7. Vraagtekens bij de financiële haalbaarheid
    Door de sloop van niet afgeschreven complexen, aanvullende aankopen en vergoedingen, grootschalige veranderingen in het straten patroon en de ondergrondse infrastructuur, de gekozen parkeeroplossing en het risico van de afzetsnelheid van de duurdere bouw lijkt het Masterplan ondanks de ISV bijdrage economisch uiterst risicovol. OCNC gaat echter uit van onverkorte uitvoering inclusief de voorgespiegelde kwaliteiten. De nieuwe bouwblokstructuur haalt helaas alle flexibiliteit en aanpassing richting bewonerswensen uit het plan en is daarmee een extra complicerende factor.

  8. Hoeveel vraag is er naar dit soort nieuwbouw
    Het is de bedoeling om vanaf 2008 tot en met 2017 in Nieuw Crooswijk 1753 woningen op te leveren waarvan 1325 in de marktsector. De proefverkaveling levert 1311 appartementen, 249 beneden- en bovenwoningen en 193 herenhuizen op. Het zwaartepunt ligt dus bij de gestapelde bouw.
    Het is maar de vraag of hier in Rotterdam voldoende markt voor is. Concurrerende locaties zijn Nesselande, het Lloydskwartier, Katendrecht en de Kop van Zuid. Laag-Zestienhoven en diverse projecten in het centrum en andere herstructureringsgebieden. En dit terwijl de vraagdruk in de sociale sector de laatste jaren alleen maar toeneemt.
Masterplan over de bestaande bouwblokken
Naar inhoud
 
Naar boven

Federatie Bewonerscomités Nieuw Crooswijk © 2006 PAS (bewerkt voor HTML)